Hpv virus - het virus dat Baarmoederhals kanker kan ontwikkelen
Na de geboorte van James een zwangerschap die ik werkelijk als een zegen heb ervaren besloot ik dat het tijd was om weer anticonceptie te nemen. Alles was zo goed gegaan: een voorspoedige zwangerschap, een fijne bevalling... ik voelde me krachtig en klaar om het leven als moeder aan te gaan. En bij dat nieuwe hoofdstuk hoorde, voor mijn gevoel, ook het regelen van mijn anticonceptie. Dus koos ik voor een koperspiraal. Hormoonvrij leek me een goed idee en eerlijk, hij zat prima. Alleen kreeg ik last van iets waar ik totaal niet op voorbereid was: abnormaal veel bloedverlies.
En dan bedoel ik echt veel. Niet een beetje meer dan normaal. Nee, het was zó heftig dat ik op sommige dagen gewoon niet durfde te gaan zitten zonder door te lekken. Het was echt niet meer op te vangen met maandverband of tampons, en ik voelde me letterlijk uitgeput en gefrustreerd. Ik wist: dit klopt niet. Dus besloot ik terug te gaan naar de gynaecoloog. Even checken of er iets anders mogelijk was, of dat er een oorzaak was voor deze klachten. Misschien lag het inderdaad aan de spiraal. Maar je weet het nooit. De gynaecoloog nam mijn klachten serieus, gelukkig. Ze wilde het zekere voor het onzekere nemen en stelde voor om een uitstrijkje te doen. Ik was op dat moment vijf of zesentwintig, dus dit voelde een beetje vreemd. Want uitstrijkjes zijn toch pas vanaf je dertigste? Ik dacht: nou ja, prima. Laat maar checken. Ze vroeg nog of er kans was op een SOA, of dat ik onveilige seks had gehad. Maar nee, dat was echt niet aan de orde. Tot op de dag van vandaag heb ik daar gelukkig nooit iets mee gehad. Maar goed, ik liet het uitstrijkje doen, zonder me ergens druk over te maken.
Een paar weken later werd ik gebeld door een assistente van het ziekenhuis. Wat toen volgde, is een moment dat me tot op de dag van vandaag is bijgebleven. Niet omdat het gesprek nou zo lang duurde, maar omdat de boodschap erin sneed als een mes.
"Alles is verder goed," zei ze luchtig. "Geen SOA, geen bijzonderheden. Maar… je hebt wel HPV."
HPV? Ik had daar nog nooit van gehoord. Dus ik vroeg, een beetje verward: "Oke… en wat is dat dan? Krijg ik daar dan nu een pilletje voor? Of… wat moet ik doen?"
"Nee," zei ze. "Dat gaat meestal vanzelf weg. Je lichaam moet dat zelf opruimen."
Pardon? Mijn lichaam moet iets opruimen wat ik nog niet eens ken? "En als dat niet gebeurt?" vroeg ik.
"Dan kan het baarmoederhalskanker veroorzaken."
Ik weet nog dat ik letterlijk verstijfde. Mijn hart sloeg over, mijn hoofd tolde. Ze zei het op zo'n koele, afstandelijke toon, alsof het ging over een gemiste afspraak bij de tandarts. Maar voor mij... voelde het alsof ik in een nachtmerrie terechtkwam. Tranen stroomden meteen over mijn wangen. Ik heb het gesprek snel beëindigd en als een reflex m'n moeder gebeld. Ik kon de woorden amper vinden. "Mam… ik weet niet wat er net tegen me is gezegd, maar ik ben zó bang."
Mijn moeder, zoals ze is, belde meteen met het ziekenhuis om verhaal te halen. En gelukkig kreeg ze iets meer uitleg: ja, ik had het HPV-virus. En ja, dat komt vaak voor. Maar ze konden nog niet zeggen hoe lang het al in mijn lijf zat of of mijn lichaam het zelf zou klaren.
Dus moest ik onder controle blijven. Jaar na jaar.
En zo begon een soort medische achtbaan waar ik helemaal niet op zat te wachten. Elk jaar opnieuw een oproep. En elk jaar zat ik vol spanning op de uitslag te wachten. Een soort onzichtbare tijdklok in je lijf waarvan je niet weet of hij tikt. Het eerste jaar was de uitslag nog vrij stabiel. Maar het jaar daarop… niet. Van PAP 1 ging ik naar PAP 2. Niet dramatisch, maar wel een teken dat mijn lichaam het virus niet aan het opruimen was. De artsen wilden het nog even aankijken. Dus weer wachten. En weer onzekerheid. Het jaar daarop? Nog slechter. En toen kwam het besluit: we gaan niet nog langer wachten. Mijn lichaam blijkt het virus niet zelf op te ruimen, dus er moet ingegrepen worden.
En dat betekent: een conisatie. Een stukje van je baarmoedermond verwijderen. Geen fijne ingreep, niet iets waar je eindeloos vaak voor terug kan komen, maar in mijn geval wel noodzakelijk. En het werd ingepland… op 14 februari 2022.
Valentijnsdag.
Ik weet nog dat ik dacht: ja hoor, op de dag van de liefde, word ik in mijn liefdestunnel geopereerd. Dat voelde op z’n zachtst gezegd wrang. Zeker omdat ik toen ook nog in een relatie zat, en die dag er eigenlijk heel anders uit had moeten zien. Geen seks, geen romantiek. Sterker nog: hij mocht helemaal niet daar in de buurt komen.
De operatie zelf stelde gelukkig weinig voor. Het ging onder narcose, ik heb er niks van meegekregen. De pijn achteraf viel ook mee een branderig gevoel, maar goed te doen. En mijn partner op dat moment had het ontzettend lief aangepakt. Toen ik wakker werd, kreeg ik cadeautjes, ik werd in de watten gelegd… Het maakte het allemaal nét een beetje dragelijker.
Maar daarna begon opnieuw het wachten. Want ook al is dat stukje verwijderd, dat betekent nog niet automatisch dat je ‘schoon’ bent. Dat moest pas blijken uit het controleonderzoek een paar weken later. En de weken daartussen waren weer vol spanning. Elke dag vroeg ik me af: zou het nu weg zijn? Heb ik het echt achter me kunnen laten?
En toen kwam dat verlossende telefoontje.
"Esli, je bent schoon. Geen HPV meer. De waarden zijn perfect."
Ik kan je niet uitleggen wat dat met me deed. Ik was zó opgelucht. Eindelijk verlost van die sluimerende angst die jaren in mijn systeem had gezeten. Ik voelde me weer vrij. Maar ook… veranderd.
Want dit hele traject heeft me wel anders gemaakt. Ik weet nu: mijn lichaam klaart dat virus niet zelf. Dus ik ben veel voorzichtiger geworden. Veel zuiniger op mijn lijf. Wat ik eerst vanzelfsprekend vond, zie ik nu als kostbaar. En wat me nog het meeste raakt: dat er zóveel vrouwen zijn die hier niks van weten. Net als ik toen.
Want die vaccinaties? Die zijn er pas sinds een paar jaar. Toen ik jong was, kreeg je ze nog niet standaard. En dus had ik geen kennis, geen bescherming, geen idee. Pas nu weet ik wat het is, wat het kan doen, en hoe het je leven kan beheersen. En ik wil echt elke vrouw, jong en oud, op het hart drukken: neem je uitstrijkje. Wacht niet tot je dertig bent als je klachten hebt. Neem je lichaam serieus. Want de angst, het wachten, het niet weten dat is iets wat ik niemand toewens.
Mijn verhaal begon met een spiraal. Maar het veranderde in een gevecht voor mijn gezondheid. En ik ben dankbaar dat ik het heb gewonnen.