mijn hernia
De dag dat alles veranderde – het verhaal achter mijn hernia
23 juli 2021. Een datum die me altijd bij zal blijven. Het was de dag waarop alles plotseling stilstond. Mijn lijf, mijn vertrouwen, mijn bewegingsvrijheid. Maar eigenlijk begon dit verhaal al veel eerder vier jaar eerder, om precies te zijn.
Op dat moment sportte ik onder begeleiding van een personal trainer. Of ja, dat dacht ik. Achteraf bleek dat hij helemaal niet bevoegd was. Geen diploma’s, geen officiële papieren. Toch vertrouwde ik hem. Hij kwam betrouwbaar over en ik was blij dat ik de stap had gezet om serieus te gaan sporten. Tijdens één van die trainingen gebeurde het: het schoot in mijn onderrug. Het voelde meteen niet goed. Niet als ‘gewoon’ iets dat je kunt weg trainen. Maar ik ging door. Je wil geloven dat het niets ernstigs is. Dat het erbij hoort. Dat je gewoon moet doorzetten. En dus trainde ik verder, jaar in jaar uit. Met tussenpozen, telkens als het weer iets te veel werd.
Ik kreeg last van mijn onderrug bij alles wat ik deed: tijdens het sporten, op werk, in de bioscoop, op een terrasje, zelfs als ik met vriendinnen uit eten ging. Alles begon zich te beperken. Toch zei iedereen telkens: “Ach, gaat wel weer over.” En als ik dan aangaf dat ik het gevoel had dat het misschien wel een hernia was, kreeg ik standaard het antwoord: “Nee joh, dat kan helemaal niet, je bent veel te jong.” Ik was begin dertig.
Vier jaar lang is het weggewuifd. Vier jaar lang werd ik niet serieus genomen. En dat vrat aan me. Ik begon zelfs aan mezelf te twijfelen. Maar ergens diep vanbinnen wist ik het al die tijd: dit is niet normaal. Dit is foute boel. Mijn lijf gaf dat telkens opnieuw aan. Maar blijkbaar moest het eerst volledig uitvallen voordat iemand het geloofde. Vlak voordat ik eindelijk een MRI had gepland, had ik een etentje met mijn vriend. We zaten op een terras en ik kon geen vijf minuten stil zitten.
Ik moest voortdurend bewegen, verzitten, opstaan. Alles om die scherpe, zeurende pijn draaglijk te maken. We gingen door naar de bioscoop, maar daar ging het helemaal mis. Ik leunde voorover in mijn stoel, mijn vriend masseerde mijn onderrug, en ineens blokkeerde alles. Mijn hele lijf. Ik kon niet meer bewegen. Niet voor of achteruit. En toen ik probeerde op te staan, voelde ik mijn rechterbeen niet meer. Helemaal niets. Alsof het er niet meer was. Mijn adem stokte. Mijn hoofd ging op slot. Ik wist: nu is het menens.
We reden direct naar de huisartsenpost in Alkmaar. Ik weigerde eerst naar huis te gaan. Alles in mij riep: niet wachten. Daar werd ik direct serieus genomen, wat al een verademing was na al die jaren van twijfel en bagatelliseren. De arts zei: “Dit is een ernstige beknelling van een zenuw. Jij hebt denk ik echt een hernia.” Ik werd meteen doorgestuurd naar het ziekenhuis.
Daar lag ik dan. In een ziekenhuisbed, van de spoedeisende hulp. Mijn benen plat, omdat ik niets meer voelde. Mijn vriend naast me, die me vasthield. Ik weet nog dat ik tegen hem zei: “Als ik verlamd raak… als ik straks niet meer kan lopen… dan weet ik niet of ik het red.” Ik meende het. Ik voelde een paniek die ik nog nooit eerder gevoeld had. We kwamen bij de arts, die meteen een MRI regelde. Niet veel later werd duidelijk: een hernia van acht centimeter. Acht. Voor de context: bij een halve centimeter kun je al verlammingsverschijnselen krijgen. Alles klopte. Alles wat ik al die jaren had gevoeld, werd in één klap bevestigd. Ik moest huilen van opluchting en verdriet tegelijk. “Zie je wel,” dacht ik. “Het zat dus nooit tussen mijn oren.” De volgende ochtend kwam de chirurg. Ze zei: “Je hebt twee opties. Of je gaat naar huis en je kijkt of het vanzelf herstelt, maar de kans op blijvende schade is dan groot.
Hernia van 8cm ik ben bijna trots!
Papa kwam langs na de operatie.
Of je laat je nu opereren dan heb je de meeste kans op volledig herstel.” De keuze was snel gemaakt, al vond ik het doodeng. Ze vertelde erbij dat vanaf die dag door corona alle reguliere operaties werden afgezegd. Alleen spoedgevallen mochten nog doorgaan. Ik was een spoedgeval.
Ik had nog nooit een operatie ondergaan. Geen narcose, niets. Ik was bang. Bang voor het onbekende. Bang dat ik misschien nooit meer zou kunnen lopen. Bang dat ik mijn vrouwelijkheid kwijt zou raken, mijn kracht, mijn zelfstandigheid. Bang dat ik mijn lijf niet meer zou herkennen. Bang dat ik mezelf kwijt zou raken. Ik dacht zelfs aan dingen als: “Zal ik ooit nog seks kunnen hebben? Zal ik nog op hakken kunnen lopen?” Dingen die misschien oppervlakkig lijken, maar die voor mij symbool stonden voor vrijheid, zelfvertrouwen, vrouw zijn.
De ochtend van de operatie moest ik alles achterlaten. Letterlijk en figuurlijk. Toen ik wakker werd, was het eerste wat ik deed: voelen of ik een meisje was. Ben ik er nog? Is alles er nog? Mijn hart bonkte in mijn borst. Ik was nog steeds een meisje met gevoel onderin En ja, ik was er nog. De operatie was goed gegaan. De hernia was volledig verwijderd. Ik heb het zelf gezien. In een potje. Acht centimeter pijn. Acht centimeter frustratie. Acht centimeter genegeerde signalen.
De rugpijn was weg. Voor het eerst in vier jaar voelde ik geen steek, geen blokkade in mijn onderrug. Alleen dat al was een wonder. Maar mijn rechterbeen voelde nog steeds anders. De bovenkant van mijn voet was verdoofd, net als de zijkant van mijn kuit. En dat bleef zo. Er kwam tinteling bij, krampen, een soort jeuk die ik niet kon krabben. Een onbereikbaar gevoel. Een zenuwpijn die niet uit te leggen is. En de artsen zeiden: “We gaan het anderhalf jaar aankijken. Wat in die tijd herstelt, blijft. Daarna verandert er weinig meer.”
Ik ben zelfstandig ondernemer. Dat betekent: geen vangnet. Geen werkgever. Geen ziekmelding. Dus begon ik na een week al weer te werken vanuit bed, met een speciaal bedtafeltje, laptop erop, pillen ernaast. Alles om m’n werk draaiende te houden. Ik had geen keus, voelde ik. Maar ik wilde ook niet stilvallen. Mijn werk was op dat moment mijn houvast.
Ik heb opnieuw moeten leren vertrouwen op mijn lijf. Leren lopen met minder gevoel in mijn voet. Leren accepteren dat mijn rug nooit meer ‘normaal’ wordt. Leren bewegen met beleid. En ik heb gemerkt: ik ben sterk. Mijn lichaam is misschien beschadigd, maar mijn geest is krachtiger dan ooit.
Vandaag de dag kan ik weer hakken dragen al is het met beleid. Ik dans weer, voorzichtig. Ik sport, aangepast. En ik leef. Met littekens, ja. Maar ook met trots. Ik heb gevochten voor erkenning. Voor herstel. Voor mijn eigen stem.
Deze ervaring heeft me laten voelen hoe belangrijk het is om naar je eigen lichaam te luisteren. Om niet weg te wuiven wat je voelt. Jij kent jouw lijf. Jij voelt wat klopt en wat niet. Laat je nooit wijs maken dat je overdrijft. Dat het wel meevalt. Dat het tussen je oren zit. Want als ik niet was blijven luisteren, was ik misschien wel verlamd geweest. Of erger.
Luister. Altijd. Naar jezelf.
ZZper's moeten door. Ook na een operatie!